Vandaag geen zelfgeschreven blog, maar een stukje uit het boek Tao van Poeh. Je moet wellicht even in de schrijfstijl komen, maar je gaat het echt zien als je het door hebt :-D. Ben jij een Goutrug? Of ken je er één? Ik ben benieuwd.
Duruk Goutrug
Het lijkt wel of je ze overal tegenkomt. De zon hoeft maar eventjes door te komen, of je ziet de Goutruggen als een kudde bisons door het park daveren, waarbij ze de meest uiteenlopende Luidruchtige Ademgeluiden produceren. Het kan gebeuren dat je gezellig zit te picknicken in het gras en opeens merkt dat er zojuist een paar door je kipsalade zijn gehold.
Maar over het algemeen zit je in de buurt van bomen en gras redelijk veilig, want Goutruggen zijn geneigd die te mijden. Ze ploeteren liever voort op asfalt en beton, in navolging van kortlevende vervoersmachines, waarvoor die verharde oppervlaktes zijn geschapen. Terwijl ze giftige uitlaatgassen inhaleren van de voertuigen die voor hen moeten uitwijken, lopen ze druk tegen elkaar te kakelen over hoe goed ze zich wel niet voelen nu ze lekker Buiten zijn. Natuurlijk leven noemen ze dat.
Duruk Goutrug is bijna wanhopig actief. Als je hem vraagt welke Interesses hij zoal heeft in het Leven, noemt hij een lijst op van Sporten als: ‘Parachutespringen, tennissen, joggen, badmintonnen, skiën, zwemmen en windsurfen.’
‘Is dat alles?’
‘Tja, ik eh…. (zucht, hijg, puf) dacht van wel’, zegt D. Goutrug.
‘Auto’s nazitten, heb je dat weleens geprobeerd?’
‘Nee, ik – nou, nee.’
‘Met krokodillen worstelen, wel eens gedaan?’
‘Nee… heb ik trouwens wel altijd eens willen doen.’
‘Rolschaatsen van een hoge trap dan?’
‘Nee, nooit aan gedacht, eigenlijk.’
‘Maar je zei dat je zo actief was?’
Dan komt het ogenblik waarop Duruk Goutrug peinzend antwoord: ‘Zeg, wat denk je… zou ik iets mankeren? Misschien bne ik m’n energie wel aan ’t kwijtraken.’
Na een tijdje waarschijnlijk wel, ja.
De Sportieve Goutrug – een van de vele soorten die hier voorkomen – houdt zich bezig met zijn Conditie, zegt hij. Maar om een of andere reden ziet hij die als iets dat er ingeramd moet worden van buitenaf, in plaats van opgebouwd van binnenuit. Hij verwart lichaamsbeweging dus met werk. Hij werkt als hij werkt, werkt als hij aan zijn conditie werkt, en werkt meestal ook nog als hij iets voor zijn plezier doet. Werk, werk, werk. Altijd maar werken en nooit eens spelen, dat maakt van D. Goutrug een saaie jongen.
[…]
Zo gaat dat, zie je – een Goutrug kent geen rust.
Laten we het zo stellen: als je gezond, ontspannen en tevreden wilt zijn, moet je eens goed kijken wat D. Goutrug doet en dan zelf het tegenovergestelde doen. Daar heb je hem weer, heen en weer ijsberend, rammelend met het kleingeld in zijn zak, zenuwachtige blikken op zijn horloge werpend. Je wordt al moe als je alleen maar naar hem kijkt. In het ergste geval moet hij ook altijd ergens heen, tenminste in oppervlakkige, lijfelijke zin.
Maar een wandelingetje maken, dat doet hij niet; daar heeft hij geen tijd voor.
Herkenning
Ik herken mezelf van een aantal jaar geleden er in. Gelukkig lukt het me steeds beter om het tegenovergestelde te doen. Om niet te sporten om te presteren. Om gewoon een wandelingetje in het park te maken. Om gewoon af en toe het gaspedaal los te laten in plaats van verschrikt op de rem te trappen. Herken jij jezelf in Duruk Goutrug? Laat het me weten in de comments.